Daar zit ik dan, op de huisartsenpost van het ziekenhuis. Of nou ja, zitten, ik ben meer heen en weer aan het ijsberen en aan het proberen de pijn een beetje te handelen. De mensen achter de receptie zullen me vast een zeur vinden, misschien wel een aansteller, nou het scheelt me niks, zolang ze me maar gauw helpen want dit is niet te harden. Nog nooit eerder heb ik zo’n pijn gehad. Het lijkt wel of iemand met een mes in mijn slaap aan het poeren is.
Het begon anderhalf uur eerder op het werk. Eerst een beetje als een zeurderige hoofdpijn, maar geleidelijk werd het erger. Toch maar een paracetamolletje, en nog één en nog maar één. Geen effect, het lijkt wel erger te worden in plaats van beter. Eens in de zoveel tijd heb ik last van migraine, maar dit lijkt er in de verste verte niet op. Deze pijn zit alleen aan de zijkant van mijn hoofd, of beter gezegd, aan de zijkant van mijn gezicht, bij mijn slaap. Als ik mijn hand er tegenaan leg zak ik bijna door mijn hoeven van ellende. De dame van de huisartsenpost zegt dat ik een uur later terecht kan. Nou dan nog maar wat meer ijsberen en ondertussen mijn computer afsluiten. Mijn collega vraagt hoe het gaat, “niet zo geweldig” zeg ik, “ik ga zo naar de huisartsenpost want ik weet niet waar ik het zoeken moet”. Stoer beweer ik nog dat ik wel zelf kan rijden. Ik gris mijn spullen bij elkaar en strompel naar mijn auto. De tranen rollen inmiddels over mijn gezicht. Niks niet eerst naar huis, en over een uurtje terecht kunnen…… mijn hoela. Ik ga er nu heen, door mijn tranen probeer ik zo goed en kwaad als het gaat fatsoenlijk te rijden, niet mijn meest verstandige move ever, maar ja, om nu nog te wachten op mijn vriend dat duurt me te lang en een ambulance bellen gaat me weer wat te ver. Ze zien me aankomen, “en mevrouwtje, wat mankeert u”, “nou ehhh ik heb zo’n hoofdpijn”, nee dat lijkt me geen optie.
Gelukkig ziet de dame achter de receptie ook wel dat ik het echt niet trek en waarschuwt de arts. Al gauw zit (lees= ijsbeer) ik in haar spreekkamer. Mijn vriend is er inmiddels ook en de arts onderzoekt me. Ik hoor veel “hmmmm, tja, vreemd”. Uiteindelijk denkt ze dat er wellicht iets met mijn bloedvaten is, maar na lang wachten en contact met een arts uit het ziekenhuis wordt dat van tafel geveegd. Het blijk dat ik a typische aangezichtspijn heb. Door mijn pijn versta ik dat ik “een typisch gezicht heb”. “Geen leuke en een zeer misplaatste grap als iemand zoveel pijn heeft”, denk ik nog. Zodra ik de serieuze gezichten van de arts en mijn vriend zie weet ik dat ik het verkeerd begrijp. Het is pijn dat veroorzaakt wordt door de gezichtszenuw, deze kan ontstoken zijn of op vaten drukken. Waar het precies door komt is niet duidelijk, het kan eenmalig zijn. Ik krijg medicijnen mee tegen de pijn en tegen ontstekingen etc. En daar moet ik het mee doen, mocht het een paar uur later nog steeds even hevig zijn dan moet ik terugkomen. Wat een gedoe. Eenmaal thuis duik ik, volgestouwd met medicijnen, mijn bedje in. Gelukkig trekt de pijn na een poosje langzaam weg en val ik uiteindelijk ergens halverwege de nacht, in slaap.
De dag erna? Ik zal niet zeggen dat het helemaal weg was want het was nog wel gevoelig maar vergeleken met de avond ervoor was dit echt een eitje om te handelen. Deze bikkel is gewoon aan het werk gegaan. Een paar dagen later was het weg, helemaal weg. Schiet mij maar lek , geen idee waar het door kwam en ook geen idee of ik het vaker krijg. Dit wens ik mijn ergste vijand niet toe dus laten we hopen dat het eenmalig was.
Heftig zeg! Ik hoop voor je dat het nooit! meer terug komt.
Leuk geschreven!
Wat meer serieus deze keer, hopelijk komt het niet meer terug!
Meid toch, wat een avontuur weer. Ik hoop voor je dat je het nooit weer mee hoeft te maken. Wel heel beeldend vertelt 😉 xxx
Verteld…met een d dus (oeps, stomme d/t’s) hahaha…..
Haha, leuk he die Nederlandse taal maar ik begreep je wel hoor ;-).
Dank voor jullie lieve reacties! Nee dit hoop ik inderdaad nooit meer mee te maken. Ik ga er gewoon vanuit dat het eenmalig was. Positief denken :-).